Overeenkomst
Een overeenkomst is in de zin van de wet een meerzijdige rechtshandeling, waarbij één of meer partijen met één of meer anderen een verbintenis aangaan. Een overeenkomst komt tot stand als (vormvrij) een aanbod wordt aanvaard. Voorwaarde is dat de wilsverklaring van de wederpartij inhoudelijk met het aanbod moet overeenstemmen. De van het aanbod afwijkende “aanvaarding” is geen aanvaarding maar een nieuw aanbod. In de situatie dat aanbod en aanvaarding naar verschillende algemene voorwaarden verwijzen (battle of forms) geldt dat de algemene voorwaarden waarnaar het aanbod verwijst vóór gaan boven die van de aanvaarding, tenzij bij de aanvaarding de toepasselijkheid van die voorwaarden uitdrukkelijk van de hand is gewezen.
Vertegenwoordiging
Een overeenkomst kan ook gesloten worden namens een ander. Dit heet vertegenwoordiging. De vertegenwoordiger moet de bevoegdheid tot vertegenwoordiging hebben en in die hoedanigheid handelen. Een bekend voorbeeld van vertegenwoordiging is de volmacht. Bij volmacht ontstaat er niet een plicht iets te doen. Dat laatste is wel het geval bij lastgeving. Volmachtverlening is in principe vormvrij. Controleer wel altijd de omvang van de volmacht.
Wilsgebreken
Met wilsgebrek wordt bedoeld dat iemand een rechtshandeling verricht, terwijl zijn wil daartoe op een gebrekkige wijze is gevormd. Hoewel wil en verklaring dan met elkaar overeenstemmen en er in principe aan het wettelijk vereiste is voldaan, kan de rechtshandeling onder bepaalde voorwaarden toch vernietigbaar zijn. De wet regelt de gevolgen van vier wilsgebreken:
- dwaling
- bedrog
- bedreiging
- misbruik van omstandigheden
Dwaling is het ontbreken van een juiste voorstelling van zaken. Volgens de hoofdregel komt dwaling voor eigen rekening en risico. Daarop zijn enkele uitzonderingen: het door de wederpartij niet verstrekken van relevante informatie, het verstrekken van onjuiste informatie en in een situatie dat beide partijen van dezelfde onjuiste voorstelling van zaken zijn uitgegaan (wederzijdse dwaling). Voor een geslaagd beroep op dwaling is vereist dat de dwalende zonder het gewraakte gedrag de overeenkomst niet of niet onder dezelfde voorwaarden zou hebben gesloten. Dit heet causaal verband.
Het wilsgebrek bedrog lijkt op het eerste gezicht op dwaling, maar het is niet hetzelfde. Bij bedrog staat het onrechtmatige gedrag van de bedrieger vast en daarmee ook diens aansprakelijkheid voor de schade. Bij dwaling is dat niet noodzakelijkerwijs het geval. Een tweede onderscheid is dat bij dwaling wijziging van de overeenkomst wel mogelijk is en bij bedrog niet. Ten derde speelt bij bedrog de onderzoeksplicht geen of een veel bescheidener rol. En ten slotte moet voor bedrog sprake zijn van een opzettelijk onjuiste mededeling, een opzettelijke verzwijging of een andere zogenaamde kunstgreep.
Van bedreiging is sprake wanneer iemand een ander tot het verrichten van bepaalde rechtshandelingen beweegt door onrechtmatig deze of een derde met enig nadeel in persoon of goed te bedreigen. De bedreiging veroorzaakt angst, waardoor iemands wil op gebrekkige wijze wordt gevormd. Bedreiging kan plaatsvinden met geoorloofde (dreigen met beslag of aanvragen van faillissement) en met ongeoorloofde middelen (mes of pistool).
Bij misbruik van omstandigheden gaat het om de situatie waarin iemand door bijzondere omstandigheden bewogen wordt tot het verrichten van een rechtshandeling en de wederpartij daar misbruik van maakt.
Verjaring
Een rechtsvordering verjaart in beginsel na twintig jaar. Uitzonderingen daarop vormen bijvoorbeeld de betaling van periodieke schulden, schadevergoeding en een boete. Deze verjaren al naar vijf jaar. Nog kortere verjaringstermijnen komen ook voor. De mogelijkheid een rechtsvordering te vernietigen, verjaart bijvoorbeeld al na drie jaar.
Er bestaan met betrekking tot het bezit van een zaak eveneens verschillende verjaringstermijnen. De verjaringstermijn van roerende zaken bedraagt bijvoorbeeld drie jaar, bij onroerende zaken is dat bijvoorbeeld tien jaar. Vereist is wel dat je in die periode onafgebroken bezitter bent geweest en dat het bezit te goeder trouw is.
Door het stuiten van de verjaring wordt een lopende verjaring definitief afgebroken.
Algemene voorwaarden
Het verdient aanbeveling bij het sluiten van een overeenkomst algemene voorwaarden van een wederpartij niet klakkeloos te aanvaarden. Daarmee kan voorkomen worden dat je vast zit aan een bepaling dat je bijvoorbeeld in geval van wanprestatie geen recht hebt op schadevergoeding of ontbinding. De wet omschrijft algemene voorwaarden als één of meer bedingen die zijn opgesteld om in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen, met uitzondering van bedingen die de kern van de prestatie aangeven, voor zover deze laatstgenoemde bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd. Onder de kern van de prestatie wordt verstaan de essentiële punten van de overeenkomst. Bij koop is dat bijvoorbeeld de aanwijzing van hetgeen gekocht wordt en de vaststelling van de prijs. Bij de vraag of algemene voorwaarden van toepassing zijn wordt allereerst gekeken naar aanbod en aanvaarding. De eis van een aanbod betekent dat de gebruiker de gelegenheid moet hebben gehad op enigerlei wijze kennis te nemen van de voorwaarden vóór het sluiten van de overeenkomt. Van een aanvaarding is vervolgens sprake als de wederpartij op enige manier instemt. Dat laatste kan ook stilzwijgend het geval zijn.
Onder omstandigheden zijn algemene bepalingen vernietigbaar. Dat is in de eerste plaats het geval als een beding, gelet op de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden zijn tot stand gekomen, de wederzijdse kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval, onredelijk bezwarend is voor de wederpartij. Ten tweede als de gebruiker aan de wederpartij niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen.
Redelijkheid en billijkheid
De termen redelijkheid en billijkheid spelen in het contactenrecht een grote rol. Niet altijd is de bewoording van een overeenkomst beslissend. Het gaat erom wat partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Soms zijn omstandigheden onvoorzien. Daar kan dan rekening mee worden gehouden.
Rechters kunnen de redelijkheid en billijkheid ook gebruiken als “sluitpost”. Als andere inhoudelijke stellingen falen, kan altijd nog het algemene standpunt worden ingenomen dat iets in strijd is met de redelijkheid en billijkheid. Redelijkheid en billijkheid kunnen zo alle in beginsel tussen partijen geldende zaken zoals bijvoorbeeld wet, prijsafspraak of gewoonte opzij zetten.
Wanprestatie
Het in enig opzicht niet voldoen aan hetgeen een overeenkomst voorschrijft, levert een tekortkoming in de nakoming op (kortweg: wanprestatie). In zo’n geval dient allereerst te worden vastgesteld of die tekortkoming aan de wederpartij toerekenbaar is. Zo ja, dient eerst een ingebrekestelling plaats te vinden (een laatste termijn te worden gegeven) waarna verzuim ingaat. Pas als de wederpartij in verzuim is, kan aanspraak worden gemaakt op vergoeding van de geleden schade.
Bij schade kan in de eerste plaats gedacht worden aan vermogensschade (zoals geleden verlies of gederfde winst), maar ook aan immateriële schade (bijvoorbeeld smartengeld).
In alle gevallen zal het zogenaamde causale verband moeten worden aangetoond. Dat wil zeggen dat moet komen vast te staan dat de schade een rechtstreeks gevolg is van de wanprestatie en niet bijvoorbeeld door een andere oorzaak kan zijn ontstaan.
Als er sprake is van “eigen schuld” dan zal dit leiden tot vermindering van de verplichting tot schadevergoeding. Ook de rechter kan onder omstandigheden de schade matigen.
Onrechtmatige daad
Als onrechtmatige daad wordt aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.
De pleger van een onrechtmatige daad is in beginsel verplicht de schade die de ander daardoor lijdt te vergoeden.